De zeepbellen vliegen met de wind mee. Alsof het leven zo
seconden-getimed is. Ze vliegen opwaarts naar het zuiden. Ik verlang naar jou.
Door al die jaren blijft mijn hart knagen en vragen naar jouw hart. Ik kan het verlangen
niet stoppen. Het blijft. Ik wil bij je zijn. Soms gaat mijn verstand met de
zeepbellen richting noorden. Dan denk ik dat het wel zou betijen. Zoveel willen
bereiken. Ik kan het verlangen niet stoppen. Het blijft.
Harde tijden, koude tijden, warmte omringt mijn hart. Alsof je ook aan mij
denkt. Denk je aan mij? Want ik denk heel dikwijls aan jou. Zouden onze harten
elkaar vinden? En de zeepbellen vliegen maar in het rond. In een wirwar van
windkracht blijft mijn liefde voor jou bestaan.
MW.