September 2011. Ik kwam net op tijd voor een vriendinnenbabbel in een praatcafè. ‘Hè Maxiem, wie heb je bij je? Welke knappe man was er daar net bij je?” Ik keek om en zag in zijn blauwe ogen, een verwonderd gezicht. “Hoezo? Ik ben toch alleen.” De man met groot gestalte zette zich aan de bar. Ik kreeg geen adem meer. Mijn hart bonkte in mijn keel en probeerde niks te laten merken. Toch bleef mijn vriendin doorvragen. “Vertel nu, Maxiem! Zo een knappe man, wat een charisma!, zou ik nooit kunnen krijgen, wie is hij?” Ik werd korter van stem:”Hou op, wil je, en laat het rusten!”
Nooit geloofde ik in liefde op het eerste zicht, nooit! Maar de chemie in mijn lichaam vertelde meer en mijn hart had al een keuze gemaakt. De dag nadien zinderde zijn gezicht door mijn gedachten. Zijn geur, zijn stem, zijn sigaret…. Denken, denken. Was het echt zo toevallig die knappe man daar te ontmoeten? En wat deed die afstandelijk! Wat was dat voor een stevige aantrekkingskracht, dat had ik nu nog nooit meegemaakt. Bestaat liefde dan toch? Maar de dagen verstreken. En ik ging telkens weer naar die plaats waar ik de man gezien had. Niets! Ik begon rond te vragen of iemand een man in groot gestalte gezien had. Niets! Weken verstreken. En toch wilde ik praten met die man. Mijn hart was onrustig en wilde hem vinden. De drang naar zoeken, langs de straten, in gelegenheden, waren zonder succes. En de tol van mijn hart begon wrange vormen te geven. Terwijl ik langs de straten wandelde over dag ben ik tot tweemaal toe aangerand geweest. En toch wilde ik blijven zoeken. Ik wilde hem vinden, wilde zijn stem terug horen, maar het bleef bij een leegstaand verlangen.
Zo probeerde ik bij vrienden informatie te winnen. Niets! Niemand kende de man. Niemand had de man gezien. Toch raar. En ineens begonnen look-alikes op mijn pad te komen. Ergerlijk en frustrerend genoeg was het gewoon om sex te vragen. Neen dat wilde ik niet. Maanden verstreken en nog steeds niets! Mijn hart beefde. Moest ik het nu gaan opgeven? Jaren gingen voorbij. Hoe stom, dacht ik, wanneer die tijd samen kon gedeeld worden. Genieten van elkaar. Mijn hart tot rust kwam. Maar het was niets! Ik kon de rust in huis niet meer vinden. Helemaal alleen ging ik naar vele plaatsen. Ja, misschien zou ik hem dan toch vinden? Tartte het lot dat we elkaar juist NIET zagen? Daar zat ik dan…. alleen op terras met zonnebril.
Maxiem Weber